De stropers hadden automatische geweren bij zich, net als een jachtgeweer, twee bijlen en mobiele telefoons.
De mannen hadden het gemunt op neushoorns. De hoorns van deze dieren zijn op de zwarte markt veel geld waard. Vooral in Azië is veel vraag naar hoornstof, omdat die een lustopwekkende werking zou hebben.
Vorig jaar is het aantal gevallen van stroperij in Zuid-Afrika flink gestegen. Werden in 2007 nog dertien neushoorns gedood om hun hoorn, in 2008 steeg dat naar 33, in 2009 naar 122 en afgelopen jaar tot een triest hoogtepunt met 333 dode neushoorns.
In Zuid-Afrika leven nog ongeveer 21.000 witte en zwarte neushoorns. Dat is ongeveer 70 procent van de totale populatie. Dierenbeschermers vrezen dat de populatie gaat krimpen, als de stroperij blijft toenemen. De overheid besloot daarom in april militairen in te zetten in de nationale parken.
Natuurbeschermers hameren er echter op niet alleen de stropers aan te pakken, maar ook de tussenhandelaren en de kopers in Azië. Zij hebben veelal vrij spel en blijven daardoor de jacht op beschermde dieren aanwakkeren.
![Afbeelding](http://s1.postimage.org/1xj6pdhg/media_xl_851466.jpg)